Diisocyanaten zijn chemische producten met vele toepassingen. Traditioneel wordt een onderscheid gemaakt tussen “aromatische diisocyanaten” (zoals MDI en TDI) en “alifatische diisocyanaten” (zoals HDI, HMDI en IPDI).
Samen met een polyol of polyeter reageren diisocyanaten tot een polyurethaan, dat kan gebruikt worden in isolatieschuim, afdichtingsmiddelen, coatings, lijmen enz.
Gezondheidsrisico’s
Diisocyanaten hebben allergische eigenschappen en sommige zijn ook toxisch. Ze kunnen sterk irriterend zijn voor de longen, de slijmvliezen van de ogen en het maagdarmkanaal.
Een groot risico is sensibilisatie van de luchtwegen ten gevolge van blootstelling via de huid en door inademing. Een medewerker die vaak in contact komt met diisocyanaten kan na een bepaalde tijd plots erg allergisch gaan reageren. Bij een volgende blootstelling kunnen er dan hevige allergische reacties en ademhalingsproblemen optreden.
Dit zijn de meest voorkomende gezondheidsrisico’s:
- beroepsastma
- benauwdheid
- longklachten
- COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease, chronische longziekte gekenmerkt door vernauwing van de luchtwegen en longbeschadiging)
- Allergische (huid)reacties zoals eczeem
- Oog- en luchtwegirritaties
- Opgezwollen ledematen
Gebruikers moeten voor 24 augustus 2023 met succes een opleiding over het veilig gebruik van diisocyanaten voltooid hebben als gevolg van de Europese verordening 2020/1149/EU. Na 24 augustus 2023 kunnen werknemers die dit certificaat niet hebben, deze producten niet meer gebruiken!
Wie is gebruiker?
- alle werknemers en zelfstandigen die werken met diisocyanaten (als zodanig, als bestanddeel in andere stoffen, of in mengsels voor industrieel en beroepsmatig gebruik)
- alle werknemers en zelfstandigen die toezicht houden op deze taken (bv. ploegbazen)
Opleiding
De opleiding is erop gericht om iets te doen aan de vele beroepsastma’s ten gevolge van blootstelling aan diisocyanaten.
Afhankelijk van het blootstellingsrisico – basis, middelhoog of hoog – volgt een gebruiker de opleiding in één van de drie trainingsniveaus. Medewerkers hebben de keuze tussen een digitale opleiding via een e-learningplatform of een klassikale opleiding door een expert. Werkgevers moeten registreren wie welke opleiding gevolgd heeft.
Om deze opleiding te faciliteren hebben ISOPA en ALIPA een website ontworpen en een opleidingsprogramma uitgewerkt die invulling geeft aan deze verordening. Op het einde van iedere training krijgt men een attest van de gevolgde opleiding.
Bronnen
