19.02.2021
clouds-164757_1280.jpg

Waar kan Premed hulp bij bieden?

  • Hulp bij de uitvoer van de risicoanalyse, evt. d.m.v. een bedrijfsbezoek.
  • Nagaan van de effectieve werking van de ventilatieroosters d.m.v. debietmetingen.
  • Uitvoeren van metingen van het kantoorklimaat, inz. CO2-concentratie, met verslaggeving en voorstellen voor maatregelen inbegrepen.
  • Premed verhuurt geen CO2-meettoestellen.

Om het risico op overbrenging van ziekteverwekkers (zoals het Coronavirus) te verminderen, zijn volgende drie besmettingsroutes en bijhorende beschermingsmaatregelen belangrijk.

  • Via droplets, dit zijn kleine waterdruppeltjes die bij spreken, hoesten, niezen, en hevig ademhalen vrijkomen. Deze vallen immers snel neer door de zwaartekracht, ongeveer na 1,5 meter (= social distance afstand) en worden tegengehouden door een correct gedragen mondmasker/mondkapje.
  • Via aerosol, “nevels”, van uitgeademde lucht, weliswaar nog kleiner dan droplets. Dit komt voor bij gewoon uitademen of doorspoelen van een toilet & blijft als het ware “rondzweven” in een ruimte, tenzij deze correct wordt verlucht of geventileerd. Voldoende verse lucht & het vermijden van drukke plaatsen zijn hier de preventiemaatregelen. Je mondmasker/mondkapje beschermt niet jezelf, noch anderen tegen deze besmettingsroute. Enkel voldoende ventilatie is hier de oplossing. In kleine, drukke, niet geventileerde ruimtes is blootstelling aan het virus allesbehalve onwaarschijnlijk!
  • Via besmette oppervlakken, oppervlakken waar dus virusdeeltjes door de twee bovenstaande manieren zijn op terechtgekomen, of, door iemand die zijn mond aanraakte en nietsvermoedend zijn/haar speeksel met de wereld deelt. Handen wassen (of ontsmetten) is hier dus de boodschap, aangevuld met het frequent en doeltreffend reinigen van oppervlakken/voorwerpen.

Merk op dat mondmaskers GEEN alternatieve preventiemaatregel zijn wanneer de ventilatie/verluchting onvoldoende is. Het dragen van een mondmasker in een ruimte met weinig of geen verluchting zorgt maar voor een kleine reductie van het transmissierisico. De mededeling van de Belgische Risk Assessment Group (RAG) op 02/02/2021 omvatte o.a. de aanbeveling om mondmaskerdracht algemeen te verplichten op de werkvloer. Gelieve te onthouden dat dit om een aanbeveling gaat en een degelijke risicoanalyse waarin de drie bovenstaande punten vervat zitten de essentie vormt.

Vervolgens willen we de aandacht vestigen op twee opduikende bijkomende preventiemaatregelen.

  • Het continu plaatsen van een meettoestel voor de CO2-concentratie, met een zgn. verkeerslichtsalarm. Dergelijke toestellen heten vaak IAQ-monitoren (Indoor Air Quality). De reden om CO2-concentratie op te volgen, is om de ruimte bijkomend te verluchten (raam open, deur naar buiten open) wanneer het toestel alarm slaagt.

Concreet:

- Bij een concentratie van 900 ppm CO2 (= oranje licht/alarm) mag het lokaal bezet blijven, maar moet er (extra) geventileerd of verlucht worden, zodat de concentratie daalt.

- Bij een concentratie van 1200 ppm CO2 (= rood licht/alarm) moeten de activiteiten in de ruimte worden stilgelegd (op voorwaarde dat er hier zich meer dan 1 persoon in bevindt) en moet er worden verlucht tot de concentratie voldoende gedaald is.

Aangezien de meeste toestellen voor CO2 monitoring (IAQ-sensoren) een nauwkeurigheid kennen tussen de 5 à 10%, valt het aan te raden om in plaats van de waarden 900 en 1200 ppm, de waarden 800 en 1000 ppm te hanteren om deze foutenmarge te compenseren.

  • Voor de lokalen waar er geen mogelijkheid is om extra ter verluchten (geen ventilatierooster, noch ramen, noch deuren naar buiten toe), kunnen luchtverversingstoestellen een oplossing bieden.

! Let wel op:

- Enkel room air cleaners die uitgerust zijn met een HEPA-filter of – in sommige gevallen – elektrostatische precipatoren zijn effectief. Toestellen die werken met UV, ozon of waterstofperoxide zijn ten zeerste af te raden om in kantoorruimten aan te wenden.

- Om het correcte toestel te kiezen moet er rekening worden gehouden met de geluidsproductie en de airflow-capaciteit. De geluidsproductie wordt best onder de 45 à 55 dB(A) gehouden, en mag zeker niet boven de 70 dB(A) komen. De airflow-capaciteit moet ten minste 2 ACH zijn en zal pas een positief effect kennen vanaf 5 ACH. Het debiet door het toestel kan dan berekend worden door het volume van de ruimte te vermenigvuldigen met 2 of 5. (ACH = air changes per hour; oftewel hoe vaak de lucht in een ruimte per uur geheel wordt ververst.)

 

Volgende 15 algemene principes voor COVID-19 preventie qua ventilatie blijven ook steeds belangrijk:

  1. Voorzie ruimten met voldoende verse buitenlucht via ventilatie. Zorg ervoor dat het debiet correct is ingesteld:

    §  Ten minste 50 m3 /uur per persoon, en bij voorkeur 80 m3 /uur per persoon  (cfr. Hoge Gezondheidsraad 9616).

    §  Let wel op dat een voldoende ventilatie, niet garandeert dat er weinig of geen besmettingsgevaar is, maar wel een noodzakelijke voorwaarde is!

  2. Schakel de ventilatie 2 uur op voorhand in en laat deze op het normaal debiet draaien tot 2 uur na de bedrijfsuren.
  3. Zorg ervoor dat controlesystemen voor de ventilatie worden overreden, zodat het systeem steeds op nominale snelheid draait.
  4. Open ramen en buitendeuren regelmatig (verlucht), zelfs bij voldoende ventilatie en zeker bij afwezigheid van mechanische ventilatie.
  5. Laat ventilatie in toiletten ook steeds op nominale snelheid draaien, ook analoog met punt 2.
  6. Vermijd om ramen open te zetten in toiletten, dit zorgt ervoor dat de onderdruk in deze ruimten wordt tenietgedaan. Bij afwezigheid van mechanische ventilatie mogen ramen wel worden aangewend, mits de ramen in de aangrenzende ruimten ook steeds openblijven om een luchtstroom richting de toiletten te garanderen.
  7. Gebied werknemers om het toilet met een gesloten deksel door te spoelen.
  8. Wanneer het ventilatiesysteem gebruik maakt van recirculatie, moet dit worden uitgezet en mag enkel 100% buitenlucht worden ingebracht in de ruimten.
  9. Controleer warmtewisselaars in het ventilatiesysteem op correcte werking en installatie zodat lekkages van uitgaande (verontreinigde) lucht wordt tegengegaan.
  10. Let op bij het aanwenden van airco-installaties dat er geen luchtstroom wordt gecreëerd van 1 persoon naar een andere. Deze toestellen zijn bovendien ook geen alternatief voor ventilatie, noch voor verluchting.
  11. Verander huidige temperatuur- of vochtigheidsinstellingen niet. Dit heeft geen effect op het transmissierisico van het huidige Coronavirus.
  12. Er is geen reden om ventilatiekanalen extra te reinigen. Behoud de vooropgestelde periodiciteit door de fabrikant.
  13. Er is geen reden om de filters van het ventilatiesysteem extra te vervangen. Behoud de vooropgestelde periodiciteit door de fabrikant.
  14. Gepland filteronderhoud en -vervanging moet worden uitgevoerd door competente personen, uitgerust met de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen, inzonderheid ademhalingsbescherming.
  15. Voorzie een binnenklimaat-meettoestel (CO2-meter) die toelaat dat de werknemers in de ruimte en preventieadviseurs) de mate van luchtverversing op te volgen.

 

Voor meer informatie neem contact op via 016 308 111 of via info@premed.be

 

Kaat Colson - Stagaire Preventieadviseur Psychosociale aspecten
25.04.2024

Collega in de kijker - Kaat Colson

Als studente Arbeids- en Organisatiepsychologie is Kaat Colson erg geïnteresseerd in het bevorderen van welzijn op de werkvloer. Daarom besloot ze om gedurende 120 dagen ondergedompeld te worden in de...
Meer lezen