De werkgroep kantoor van de beroepsvereniging voor ergonomie, VerV, heeft een praktijkrichtlijn rond kantoorinrichting opgesteld. Het resultaat is een consensus over een aantal principes rond werken op kantoor:
Elke medewerker heeft het recht op een verstelbare werkplek en op de keuze tussen rechtstaand en zittend werken.
Dit principe komt neer op een zit-sta tafel als standaard voor elke bureelwerker. Daarbij geldt de aanbeveling dat men elke 30 minuten de zittende houding dient te onderbreken.
Bij geconcentreerd werk moet er steeds de mogelijkheid zijn om in een stille zone te werken.
Geconcentreerd werk dient te gebeuren in een afgesloten ruimte voor één persoon of in een stiltezone voor meerdere mensen waar overleg en telefonie niet toegestaan zijn.
Wie 4 dagen per week op dezelfde locatie aanwezig is, heeft recht op een eigen werkplek.
Deze richtlijn gaat in tegen het flexwerken als standaard. Mensen zoeken hun eigen plekje op. Gebrek aan privacy is naast lawaai de grootste ergernis in een open kantoor. Voor wie bijna elke dag op kantoor zit, is een eigen basiswerkplek de aanbeveling.
Elke medewerker moet minsten 45 minuten per dag kunnen bewegen tijdens de werkuren.
Zitten afwisselen met staan is een goed idee. Nog beter is af te wisselen met beweging. Daarom werd de "dynamics ratio" geïntroduceerd. Per 8 werkplekken dient er één dynamisch te zitten door middel van bureaufiets, zitbal, balance board, enz... Ook staand overleggen valt hieronder.
Telewerk is ook beeldschermwerk. Ergonomie thuis is een gedeelde verantwoordelijkheid.
Wie op systematische basis telewerkt, heeft een ergonomische werkplek nodig. De werkgever voorziet hiertoe de nodige uitrusting, maar ook de medewerker draagt bij door een afgezonderde ruimte en degelijk meubilair te voorzien en te variëren in taken en houding.
Meer informatie: https://verv.webnode.nl/_files/200000750-597b3597b7/Praktijkrichtlijn%20Kantoorinrichting%20(vernieuwd).pdf
bron: Sentral - VERV